2. zij lieten zich dopen
een uitdrukking van hun liefde aan de Heer (Joh. 14:15; Mat.28:19; Hand. 10:48)
een beeld van de dood en opstanding (onderdompeling); onszelfs rekenen als dood voor de zonde; maar levend voor God - de afbreking van hun vroegere manier van leven (Rom.6:11)
een openbare getuigenis van hun toewijding aan - en identificatie met - de Heer